Nederland zucht meer en meer onder de tirannie van de Duitse bezetter. Brandstoffen worden schaars en vanaf 1942 worden er geen nieuwe bouwvergunningen meer uitgegeven. Steenfabriek Vogelensangh wordt gedwongen om – net als andere steenfabrieken – deels te produceren voor de Duitse oorlogsindustrie.

Meer en meer mannen en jongens – ook uit Deest – worden gedwongen in Duitsland te gaan werken, waardoor het lastig is om aan arbeidskrachten te komen. Geen rooskleurige tijd voor steenbaas Mart Arts van der Zanden die na de dood van zijn vader de leiding van de fabriek op zich neemt.

De fabriek valt stil
In 1944 komt de steenproductie uiteindelijk helemaal stil te liggen. Niet alleen is het te moeilijk geworden aan brandstoffen en klei te komen, ook de handel ligt stil: er worden geen stenen meer afgenomen. Voor de tweede keer in de geschiedenis van de fabriek dooft het vuur in de fabriek.

Zelfs het smalspoor dat over het fabrieksterrein en naar de Waal loopt, wordt door de Duitsers gevorderd en naar Duitsland getransporteerd. De nieuwe steenbaas met zijn gezin moet zien te overleven met het weinige dat ze nog hebben.