Er is een algehele mobilisatie en veel militairen worden in het Rivierenland gelegerd om van achter de Maas-Waalstelling  de dreigende Duitse vijand tegen te houden.

En alsof dat nog niet ongemakkelijk genoeg is, blijkt 1939-1940 een strenge winter te zijn. Kruiend ijs in de Waal slaat eind januari 1940  “Het Steiger” aan de Waal  stuk, waardoor schepen niet meer gemakkelijk geladen en gelost kunnen worden.

Brandstofrantsoen
Na de inval van de Duitse bezetter komen er al snel meer problemen. De steenfabrieken langs de Waal worden op brandstofrantsoen gezet. Hun kostbare kolen zijn nodig voor de wapenindustrie  in Duitsland.

Veel steenfabrieken moeten water bij de wijn doen en gaan op zoek naar vervangende brandstoffen: bruinkool, vliegas en zelfs veenkluiten en slik. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van de gebakken stenen.

Gelukkig weet de steenovenbaas van Vogelensangh een inventieve ruilhandel op te zetten met een bevriende handelaar: Vogelensangh krijgt kolen in ruil voor stenen. Zo zingt de steenfabriek het nog een paar jaar uit…